Grafruiming: tussen wet en praktijk (slot)
- Roy Khemradj
- Jun 12
- 7 min read
Updated: Jun 14
'Regels stammen nog grotendeels uit de jaren zestig’

Tekst en beeld Audry Waywakana
Surinamers praten niet makkelijk over de dood, terwijl die onvermijdelijk is. Vroeg of laat worden mensen ermee geconfronteerd - bij het verlies van een dierbare of bij het nadenken over de eigen ‘laatste rustplaats’. Maar die rust komt steeds vaker onder druk te staan. Begraafplaatsen in Paramaribo en districten raken vol en graven worden na verloop van tijd geruimd. Dat botst met diepgewortelde culturele en religieuze rituelen. Wat betekent dat voor het idee van ‘een laatste rustplaats’? In deze driedelige serie worden de spanningen tussen beleid, praktijk en geloof onderzocht. Dit slotdeel focust op alternatieven voor de toekomst.
Crematie achteraf
In het Paragh Crematorium staan Deborah Maynard en haar zus op een regenachtige dinsdagochtend bij een kleine witte kist. Daarin liggen de botresten van hun vader, die 26 jaar geleden is overleden en begraven. De zussen kozen bewust voor een grafruiming en daarna crematie. Zonder veel tamtam. De voorbereiding begon op de Rooms-Katholieke Begraafplaats, waar het graf onder toezicht van twee politieagenten werd geopend. Toen het graf werd geopend bleek de doodskist volledig vergaan. Een emotioneel moment voor Maynard. Het Bruynzeeluniform waarin hij is begraven is vrijwel onaangetast en bedekt zijn skelet. “We wisten toen zeker dat hij het was,” zegt Maynard. De resten werden geheel volgens het begrafenisceremonieel in een kleine kist gelegd en met een lijkauto naar het crematorium vervoerd. Daar controleerde Biswajiet Paragh - in zijn rol als crematoriumbeheerder en buitengewoon agent van politie - nauwgezet de papieren en de resten in de kist. Toen alles in orde bleek, gaf hij groen licht voor de crematie. De zussen mochten zelf de oven in werking stellen door samen op de knop te drukken. De as zal later worden uitgestrooid.

Toenemende populariteit
De ervaring van de zussen Maynard markeert een bredere trend: crematie wint aan terrein in Suriname, ook onder niet-Hindoes, waar het mee begon. Na 1968, toen het werd geïntroduceerd, is het wettelijk vastgelegd in het Crematiebesluit van 1970. Het Paragh Crematorium - officieel Stichting Surinaams Algemeen Crematorium (SSC) - opgericht in 1985 is het eerste gesloten crematorium in Suriname. Sinds 2011, toen het nieuwe bestuur aantrad, speelt SSC een steeds grotere rol in het crematiegebeuren in Suriname. “In het begin werd er nauwelijks gebruik van gemaakt. Begrijpelijk, want deze manier van omgang met de doden was toen geheel nieuw voor Suriname” herinnert Paragh zich. Vanwege de bijbehorende hindoerituelen bij een overledene verkozen Hindoes openluchtcrematie te Weg naar Zee. Maar door de stijgende kosten, zoals voor houtblokken en ghee daarbij en praktische problemen zoals volle begraafplaatsen, kiezen nu steeds meer mensen voor gesloten crematie. “Het waren zelfs eerder de rooms-katholieken en creoolse Surinamers die gebruik maakten van onze diensten,” zegt Paragh. Die overgang verliep geleidelijk, met nu gemiddeld veertig tot vijftig crematies per maand. “Een duidelijke toename ten opzichte van eerdere jaren”.
Na een grafruiming mogen nabestaanden volgens de nieuwe wijzing in de Begrafeniswet (2007) niet zelf bepalen wat met de opgegraven resten gebeurt. De stoffelijke resten moeten volgens de regels een nieuwe bestemming krijgen, zoals herbegraving op dezelfde of een andere begraafplaats, dan wel crematie. Hoewel de wet niets expliciet zegt over wat met de as mag gebeuren, ligt de verantwoordelijkheid voor het vervolgtraject in eerste instantie bij de beheerder van de begraafplaats. Crematie en bijzetten van urnen winnen aan populariteit bij de RK-Begraafplaats, die beschikt over een eigen urnenmuur. Deze voorziening biedt volgens beheerder Steven Tjang-A-Sjin een praktische en betaalbare oplossing. De kosten liggen lager dan bij een traditioneel graf en het onderhoud vergt minder tijd en geld. Urnen kunnen - wat het moment van plaatsing betreft - in overleg met de beheerder worden bijgezet. De bewaartijd is tien jaar en is met vijf tot zelfs dertig jaar te verlengen. Voor crematie als vorm van lijkbezorging zijn regels vastgelegd in het Crematiebesluit 1970 (GB 1970 no. 107) Echter, er is geen wet die bepaalt wat precies moet gebeuren met de as na crematie van opgegraven stoffelijke resten.

Systemen van ‘begraven’
Op de RK-Begraafplaats wordt met zorg en beleid omgegaan met grafruiming. “Het zijn geen problemen, eerder praktische zaken waar we gaandeweg tegenaan lopen,” zegt Tjang-A-Sjin. “Zowel wij als organisatie als de nabestaanden hebben een verantwoordelijkheid. Als je weet waar jouw dierbare begraven ligt, is het logisch om af en toe te komen kijken of alles in orde is. Helaas gebeurt dat niet altijd. Als er geen contact meer is met nabestaanden en de grafrust is verlopen, kan de begraafplaatsbeheerder besluiten het graf te ruimen. De begraafplaats werkt systematisch. “We houden ons niet strak aan de regel van twintig jaar. Per gebied bekijken we de noodzaak tot ruiming. Het gebeurt stapsgewijs en met beleid.” Pas de laatste tien jaar, als gevolg van wetswijziging, worden familieleden, die iemand op de RK-Begraafplaats willen begraven, door de administratie geïnformeerd dat grafrechten twintig jaar geldig zijn. Ze ondertekenen daarvoor een formulier.
De RK-Begraafplaats voorkomt ruimtegebrek door vijf jaar vooruit te plannen en tijdig te starten met ruiming per gebied. De huidige Begrafeniswet gaat uitsluitend uit van ondergronds begraven. Maar hoewel nog niet bij wet geregeld, wordt ook bovengronds begraven in zogenoemde galerijgraven, onder andere op Rene’s Hof. Hiermee wordt op de begraafplaats ruimte uitgespaard. Dit systeem wordt ook door de RK-begraafplaats overwogen. In artikel 21 van de Begrafeniswet 1959 worden alleen voorwaarden genoemd voor het graven van kuilen. Er is geen omschrijving van wat precies onder een 'graf' wordt verstaan. Begraven in stapel- of galerijgraven, of het gebruik van familiegraven waarin resten van meerdere personen worden samengebracht, komt steeds vaker voor, maar heeft geen expliciete wettelijke basis. De Stichting RK-Begraafplaats pleit daarom voor actualisering van de wet, zodat die beter aansluit bij de hedendaagse uitvaartpraktijk.
Cultuur verschuiving
Tegelijkertijd voltrekt zich een bredere cultuurverschuiving in de omgang met de dood: cremeren wint terrein in Suriname. Waar crematie vroeger vooral werd geassocieerd met het hindoeïsme, kiezen nu ook andere bevolkingsgroepen, zoals Javanen en andere etnische of religieuze gemeenschappen, steeds vaker hiervoor. “Je ziet een wisselwerking tussen maatschappelijke behoeften en wetgeving,” zegt jurist en cultuurkenner Edward Redjopawiro. Door het ruimtegebrek in de stad ontstaan er buiten het centrum van Paramaribo nieuwe crematoria en begraafplaatsen, zoals die van Poesa te Wintiwai, die inspelen op de groeiende vraag. Ook binnen religieuze tradities vindt aanpassing plaats. In het Javaanse geloof wordt het begrip Bumi Suci - de heilige grond waarin iemand wordt begraven - symbolisch herschreven wanneer iemand wordt gecremeerd. In plaats van “overgaan in de aarde”, spreekt men van “overgaan in het heilige vuur”. De rituelen blijven grotendeels behouden, maar krijgen een nieuwe betekenis. Zo wordt crematie, met behoud van eerbied en symboliek, geïntegreerd in de bestaande spirituele beleving.
Zowel de opkomst van crematie als nieuwe grafvormen hangen samen met het toenemende ruimtegebrek in en rond Paramaribo. Vandaar de aanpassing in 2007 in de Begrafeniswet. In theorie biedt de regeling van ruiming een efficiënte oplossing door eenzelfde ruimte op een begraafplaats meerdere keren te gebruiken, zij het over een aantal decennia. In de praktijk blijkt echter dat men bij de uitvoering toch tekortschiet. Veel mensen weten niet dat grafrust en vervolgens het ruimen van een graf wettelijk is geregeld. Voor zover dat nog niet gebeurt, zouden uitvaartondernemingen bij het regelen van een uitvaart de nabestaanden hierover moeten informeren. In sommige gevallen vernemen nabestaanden pas achteraf dat een graf is verwijderd, wat leidt tot maatschappelijke onrust.
Die onrust wordt versterkt wanneer de regeling botst met diepgewortelde culturele en spirituele opvattingen over het graf als eeuwige rustplaats. Volgens Redjopwawiro is deze situatie illustratief voor een bredere beleidsmatige tekortkoming. “Bij de ontwikkeling van nieuwe woonwijken, zowel in Paramaribo als in de meer stedelijke gebieden in de districten had structureel rekening moeten worden gehouden met publieke voorzieningen, waaronder begraafplaatsen. Dat is slechts in beperkte mate gebeurd, terwijl Suriname over zoveel grond beschikt.” Hij stelt dat de huidige aanpak vooral de operationele belangen van begrafenisondernemers dient, terwijl de positie van nabestaanden in onvoldoende mate wordt beschermd.

Onderzoek wetgeving
Ook uit academisch onderzoek blijkt dat wetgeving moeite heeft om gelijke tred te houden met maatschappelijke ontwikkelingen. Masterstudenten rechtssociologie komen in hun onderzoek naar de Begrafeniswet 1959 tot de conclusie dat de samenleving eerst verandert - in gedrag, behoeften en rituelen - en pas daarna de wet volgt. De uitvaartpraktijken hobbelen er achteraan. Regels rondom begraven en cremeren stammen nog grotendeels uit de jaren zestig, terwijl er internationaal al wordt geëxperimenteerd met nieuwe vormen van lijkbehandeling. In Nederland wordt bijvoorbeeld onderzocht of resomeren - het oplossen van het lichaam in een warme vloeistof op basis van water en kaliumhydroxide - en veraarden - het lichaam wordt in een speciale capsule op natuurlijke wijze tot compost omgezet - officieel kan worden toegestaan. Deze vormen zijn milieuvriendelijker dan traditionele begraving of crematie. In Suriname ontbreekt vooralsnog elk wettelijk kader voor zulke alternatieve uitvaartmethoden. Terwijl in andere landen ruimte, milieu en spiritualiteit met elkaar worden verbonden in vernieuwend beleid, blijft Suriname worstelen met een wet die ver achterloopt op de moderne wetenschap rondom de dood.-.
Dit artikel verscheen in De Ware tijd van vrijdag 16 mei 2025
‘Die overgang verliep geleidelijk, met nu gemiddeld veertig tot vijftig crematies per maand. Een duidelijke toename ten opzichte van eerdere jaren.’ - Biswajiet Paragh
De rituelen blijven grotendeels behouden, maar krijgen een nieuwe betekenis. Zo wordt crematie, met behoud van eerbied en symboliek, geïntegreerd in de bestaande spirituele beleving.
Redjopawiro stelt dat de huidige aanpak vooral de operationele belangen van begrafenisondernemers dient, terwijl de positie van nabestaanden in onvoldoende mate wordt beschermd.
Terwijl in andere landen ruimte, milieu en spiritualiteit met elkaar worden verbonden, geldt in Suriname worstelen een wet die ver achterloopt op de moderne wetenschap rond de dood.
Comments